De natuurkundige vier-eenheid
In den beginne was er niets. In het niets is er niets om waar te nemen. Je een denkbeeldige waarnemer voorstellen die het niets waarneemt heeft dan ook weinig zin.
Toen was er één. Stel het voor als een klein bolletje in een lege ruimte. Een denkbeeldige waarnemer ziet het bolletje, maar kan niet vaststellen of het bolletje groot of klein is, want er is niets waarmee het vergeleken kan worden. Is het dichtbij of veraf? Beweegt het? Roteert het? Onmogelijk om vast te stellen.
Toen was er twee. Er zijn twee mogelijkheden: het ene bolletje roteert om het andere bolletje, of ze bewegen naar elkaar toe of van elkaar vandaan. Of het ene bolletje om het andere draait is niet waar te nemen, want er is niets dat als achtergrond kan dienen. Van elkaar af of naar elkaar toe bewegen is niet waarneembaar, aangenomen dat hun diameter oneindig klein is. Een botsing zou een plotselinge overgang naar eenheid betekenen, zonder aankondiging. Rotatie van een bolletje om zijn as zal wel zichtbaar zijn.
Toen was er drie. Nu is rotatie van bolletjes om elkaar zichtbaar. Onderlinge afstanden zijn waarneembaar. Ruimte is niet zichtbaar, want de drie bolletjes zullen zich altijd in een denkbeeldig plat vlak bevinden.
Toen was er vier. Alle normale condities die we kennen van voorwerpen uit de dagelijkse praktijk zijn zichtbaar vanaf vier bolletjes.
In de naam van de Vader, de Moeder, de Zoon en de Heilige Geest: AMEN!
Toen was er één. Stel het voor als een klein bolletje in een lege ruimte. Een denkbeeldige waarnemer ziet het bolletje, maar kan niet vaststellen of het bolletje groot of klein is, want er is niets waarmee het vergeleken kan worden. Is het dichtbij of veraf? Beweegt het? Roteert het? Onmogelijk om vast te stellen.
Toen was er twee. Er zijn twee mogelijkheden: het ene bolletje roteert om het andere bolletje, of ze bewegen naar elkaar toe of van elkaar vandaan. Of het ene bolletje om het andere draait is niet waar te nemen, want er is niets dat als achtergrond kan dienen. Van elkaar af of naar elkaar toe bewegen is niet waarneembaar, aangenomen dat hun diameter oneindig klein is. Een botsing zou een plotselinge overgang naar eenheid betekenen, zonder aankondiging. Rotatie van een bolletje om zijn as zal wel zichtbaar zijn.
Toen was er drie. Nu is rotatie van bolletjes om elkaar zichtbaar. Onderlinge afstanden zijn waarneembaar. Ruimte is niet zichtbaar, want de drie bolletjes zullen zich altijd in een denkbeeldig plat vlak bevinden.
Toen was er vier. Alle normale condities die we kennen van voorwerpen uit de dagelijkse praktijk zijn zichtbaar vanaf vier bolletjes.
In de naam van de Vader, de Moeder, de Zoon en de Heilige Geest: AMEN!
Labels: bespiegelingelarij
0 Reacties:
Een reactie posten
<< Home