maandag, april 28, 2008

Religie en merken

Volgens antropoloog Maurice Bloch ontstond religie toen de mens verbeelding kreeg.

Met verbeelding wordt hier bedoeld het in staat zijn zich iets in te denken dat niet concreet bestaat. Dat gebeurde zo ongeveer 40 tot 50 duizend jaar geleden. Als gevolg daarvan konden we ons een god voorstellen, een leven na de dood en zoals Bloch het noemt "transcendental social", het behoren tot een groep op basis van imaginaire principes, zoals naties en clans. Het aanbidden van dezelfde imaginaire god leidt tot verbroedering, wat voor de groep een evolutionair voordeel kan zijn geweest. Kwam je vroeger een vreemde tegen, dan had je alleen de optie die ander neer te knuppelen, maar in het imaginaire tijdperk waarin we nu leven kun je met een soort wachtwoord "Wodan is groot" (beaamd door de ander: "Wodan is inderdaad behoorlijk aan de grote kant") direct vriendjes worden en samen op jacht gaan.

Dat bracht mij ertoe merkbewustzijn, vooral onder jongeren een plaag, onder diezelfde noemer te scharen. Een volkomen imaginair principe, het merk, in het leven geroepen door reclame gelardeerd met bepaalde beeldvorming, wordt ineens iets waartoe je kunt behoren, als een soort accessoire om je persoonlijkheid mee te verfraaien. "Ik ben Nike, dus stoer en sportief". Met een bord op straat lopen: "ik ben stoer en sportief", werkt niet, maar laat je subtiel het Nike-logo zien, dan is iedereen op bijna onderbewust niveau direct overtuigd van je soepele spieren en sportieve opstelling.

Ik heb het idee dat dit uitgestrekte web van transcendentale ideeën een grotere rol in het gedachtenleven en handelen van de mens speelt dan de stoffelijke wereld waarin we leven. We leven in een roze droom van onze zelfbedachte virtuele gedachtenbrouwsels.

Labels: