woensdag, juni 24, 2009

Rome (5)

Gistermiddag bezochten we Area Sacra, een ruïne- en stiltegebiedje midden in het verkeersgedruis van de stad. Behalve wat resten van vergane Romeinse glorie waren er katten te zien. Katten van baasjes dachten we, tot we een trappetje ontdekte dat leidde naar een kattenasiel. Op de borden die we onderweg tegenkwamen stond het woord donation centraal. We waren dus gewaarschuwd. Binnen werden we welkom geheten door een stereotiep kattenvrouwtje. Zo tegen de zestig liep ze, had grijzend haar en in het gesprek dat volgde werd al snel duidelijk dat ze alle vertrouwen in de mensheid verloren had. De katten stonden symbool voor al het goede dat mensen ontbeerden, op dat van enkele verlichte geesten na die het net als zij voor de katten opnamen. Als vanzelf begonnen ook wij de rol van verlichte geest te spelen, alsof ook ons leven in het teken stond van het redden van het sympathieke kattenvolk. Want we voelden aan dat het brengen van enige nuance een onmiddellijk einde van haar gastvrije ontvangst zou betekenen. En wilden we in deze krappe, benauwde kelder waarin, hoe dieper we kwamen, de geur van kattenpis en kattenuitwerpselen ons steeds efficiënter de adem benam, nog een leuke tijd hebben, dan was nuance niet verstandig. Maar dat ging ons gemakkelijk af, want we dragen katten een warm hart toe, daar zijn ze dol op.

En inderdaad hadden we al snel het vertrouwen van het vrouwtje: ze liet ons toe in de Ruimte Van De Gehandicapte Katten. Om daar te komen moesten we door een kooi kruipen van zo'n anderhalve meter hoog. Zij kon dat overigens zonder te bukken. In deze ruimte was de lucht stroperig van dierlijke incontinentie. Hier verbleven katten zonder ogen, zonder oren, met vreemd gestrekte achterpootjes of, dat hadden we al gemerkt, met spastische blazen. Toen ik knielde om een kat te aaien, zag een andere kat mijn knie als krabpaal aan. Maar toen ik het diertje wegduwde ging het onmiddellijk in de aanval over en begon mijn hand efficiënt te fileren. "You shouldn't touch that cat!", riep een medewerkster uit. Jammer dat ze dat niet van tevoren gezegd had. Toen het beest plotseling stopte zei ze: "That is strange, usually that cat won't stop..."

Na afloop gaf ik het kattenvrouwtje een briefje van tien. En dat terwijl ik nog geen stuiver aan de bedelende zwarte vrouwtjes gegeven had... te weinig aaibaarheidsfactor denk ik.

Labels: